7. Een bodemattest voor potentieel vervuilde gronden

Beleidsniveau: Vlaanderen

Wetgeving: Bodemdecreet

Huidig:
Artikel 5 Bodemdecreet

§ 1 De OVAM beheert een grondeninformatieregister waarin ze gegevens over gronden opneemt die haar in het kader van dit decreet of het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten worden bezorgd.

§ 2 Bij de opname van een grond in het grondeninformatieregister levert de OVAM ambtshalve een bodemattest af aan :

1°           de eigenaar en de gebruiker van de grond en de exploitant op de grond, voor zover deze door de OVAM gekend zijn;

2°           de gemeente van de plaats waar de grond gelegen is. De gemeente legt de ontvangen bodemattesten ter inzage van belangstellenden.

In afwijking van het eerste lid, levert de OVAM niet ambtshalve een bodemattest af als een grond louter vanwege informatie uit de gemeentelijke inventaris van risicogronden in het grondeninformatieregister wordt opgenomen.

De OVAM levert ook op aanvraag een bodemattest af. Het bodemattest wordt afgeleverd binnen een termijn van veertien dagen na de ontvangst van de ontvankelijke aanvraag. Als de aanvraag betrekking heeft op een grond die in het grondeninformatieregister is opgenomen, wordt het bodemattest afgeleverd binnen een termijn van zestig dagen na de ontvangst van de ontvankelijke aanvraag.

§ 3 Het bodemattest vermeldt de identificatie van de grond en geeft een overzicht van de meest actuele informatie die over de grond beschikbaar is in het grondeninformatieregister.

De OVAM is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de informatie die door derden aan haar werd verstrekt.

§ 4 De Vlaamse Regering stelt nadere regelen vast betreffende het beheer en de toegankelijkheid van het grondeninformatieregister.

Aanpassing:
Schrappen in artikel 5, §2, lid 2 van het Bodemdecreet van de onderlijnde passage.

Motivering:
De milieu-informatieplicht zoals opgenomen in het Verdrag van Aarhus, de Richtlijn Milieu-informatie en het Besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005 voorziet dat burgers niet alleen over effectieve maar ook over potentiële vervuiling geïnformeerd moeten worden. Door het schrappen van deze passage gebeurt dit o.a. via de ambtshalve aflevering van een bodemattest door OVAM. Deze maatregel hangt samen met verbetervoorstellen 8 en 9.

Achtergrond:

Bekijk de 20 fiches voor elk van de voorstellen (download het document):

1.           Afschaffen eeuwigdurende omgevingsvergunning         
2.           Schrappen “permit defence”     
3.           REACH-verordening – “no authorisation – no market”   
4.           Bodemsaneringsorganisatie voor PFAS-vervuiling          
5.           Milieukwaliteitsnormen voor PFAS-uitstoot in de lucht 
6.           Ingrijpen op bestaande activiteiten die Natura 2000-gebieden verslechteren   
7.           Een bodemattest voor potentieel vervuilde gronden     
8.           Eigenaars, kopers en huurders informeren over bodemverontreiniging     
9.           Online database met potentiële en effectieve bodemverontreiniging      
10.         Eindelijk een omgevingsvergunningenregister  
11.         Strafrechtelijke sanctionering milieu-informatieplicht   
12.         Uitbreiding “class action” naar milieuvervuiling
13.         Oprichting van een PFAS-schadefonds 
14.         Indicatieve tabel voor schade door milieuvervuiling      
15.         Verplichte financiële zekerheid vervuilende bedrijven  
16.         Bewijsvermoeden voor angst- en gezondheidsschade  
17.         Onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurders        
18.         Doorbraak beperkte aansprakelijkheid aandeelhouders
19.         Verplichte vermelding van PFAS op consumentengoederen      
20.         Verbod op PFAS in voedingsmiddelen en voedselcontactmaterialen