16. Bewijsvermoeden voor angst- en gezondheidsschade

Beleidsniveau: Vlaanderen of federaal

Wetgeving: Specifiek decreet/wet of nieuwe bepaling in DABM

Huidig: –

Aanpassing: –

Motivering: 
Bij een aantal bewoners van Zwijndrecht werd een bloedonderzoek uitgevoerd. Bij de resultaten kregen zij een infodocument met volgende inhoud:

Uw waardeBetekenisAdvies
PFOS en PFOA onder HMB-IBij deze PFAS-waarden is er geen verhoogde kans op nadelige gezondheidseffectenEr zijn geen specifieke acties nodigWe raden u wel aan om de tips bijgevoegd aan deze brief te lezen; PFAS vermijden is altijd een goed idee.
PFOS en PFOA tussen HMB-I en HMB-IIBij deze PFAS-waarden is een verhoogde kans op nadelige gezondheidseffecten niet uit te sluiten. We spreken van een controlegrens.We raden u aan om de tips bijgevoegd aan deze brief toe te passen om blootstelling aan PFAS te vermijden. De checklist kan helpen om zelf op zoek te gaan naar bronnen in uw omgeving.
PFOS en PFOA boven HMB-IIBij deze PFAS-waarden is een verhoogde kans op nadelige gezondheidseffecten op lange termijn mogelijk. We spreken van een actiegrens.We raden u aan om de tips bijgevoegd aan deze brief toe te passen om blootstelling aan PFAS te vermijden. De checklist kan helpen om zelf op zoek te gaan naar bronnen in uw omgeving. Indien u dit wenst, kan u een consultatie met een milieu-arts of een milieukundige vragen; zij geven advies op maat. U kan bij gelegenheid ook langsgaan bij uw huisarts om na te gaan of verder opvolging nodig is. Dit is vooral nuttig als u nog andere risicofactoren hebt (bijv. overgewicht, roken, suikerziekte, hoge bloeddruk) of als u zwanger bent.

De inwoners met PFOS en PFOA-waarden tussen HMB-I en HMB-II (maw boven de controlegrens) en hoger dan HMB-II (maw boven de actiegrens) dragen deze onzekerheid hun verdere leven mee. Zelfs als de gezondheidsschade zich niet realiseert.

België kent een uitgebreide rechtspraak rond gezondheidsschade en een meer beperkte rechtspraak rond angstschade. Deze is steeds gebaseerd op buitencontractuele aansprakelijkheid (art. 1382 BW). Daarbij moet het oorzakelijk verband bewezen worden tussen de verhoogde PFOS- of PFOA-waarden en de gezondheids- of angstschade.

De overheid kan het bewijs van het oorzakelijk verband vereenvoudigen door bijv. in een bewijsvermoeden in te stellen. Dit zou er bijvoorbeeld in kunnen voorzien dat er bij personen met een bepaalde bloedwaarden of woonachtig op terreinen met bepaalde bodemwaarden aan PFOS of PFOA van uit gegaan mag worden dat bepaalde angst- of gezondheidsschade gelinkt is aan de PFAS-vervuiling.

Een voorbeeld van een gelijkaardige regeling is te vinden in Nederland en Frankrijk.

In Nederland werd in 2016 de “Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen” ingevoerd naar aanleiding van grondverzakkingen door gaswinning in Groningen. Het geldt enkel voor materiële schade en luidt als volgt: “Bij fysieke schade aan gebouwen en werken, die naar haar aard redelijkerwijs schade door beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of de exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van het winnen van gas uit het Groningenveld zou kunnen zijn, wordt vermoed dat die schade veroorzaakt is door de aanleg of de exploitatie van dat mijnbouwwerk.”. De formulering werd bewust vaag gehouden om de rechter voldoende speelruimte te geven.

Artikel 41 van de Franse Loi n° 98-1194 du 23 décembre 1998 de financement de la sécurité sociale pour 1999 voorziet voor werknemers die bepaalde functies uitoefenen in bepaalde ondernemingen waarbij asbest verwerkt werd, in een vervroegd pensioen. De lijst van functies en ondernemingen werd bij ministerieel besluit vastgelegd. Sinds 2010 is het een vaste rechtspraak van het Franse Hof van Cassatie dat werknemers van ondernemingen op die lijst automatisch recht hebben op angstschade, zonder verdere bewijsvoering. Uitspraken van feitenrechters die ondanks de opname op de lijst in concreto nagaan of er wel een effectieve blootstelling aan asbest was en bij gebreke aan een effectieve blootstelling de eis tot vergoeding van angstschade afwijzen, worden vernietigd.

Hierbij kan ook verwezen worden naar artikel 28 van de Antidiscriminatiewet. Dit voorziet in een gedeelde bewijslast in geval van discriminatie.

Het artikel bepaalt dat wanneer een persoon die zich gediscrimineerd voelt feiten aanvoert die het bestaan van een discriminatie op grond van een van de beschermde criteria kan doen vermoeden, de verweerder dient te bewijzen dat er geen discriminatie is geweest. Wanneer dit vermoeden door de eiser wordt aangetoond, vindt dus een verschuiving van de bewijslast naar de verweerder plaats. Het door een werknemer simpelweg aanvoeren of beweren dat de werkgever discrimineert, volstaat dus niet.

Op deze manier heeft de wetgever getracht een billijk evenwicht tot stand te brengen tussen de procespartijen. Een gelijkaardige bepaling regelt de verhouding tussen schadelijder en vervuiler in geval van milieuvervuiling met gevaarlijke stoffen.

Achtergrond:

Bekijk de 20 fiches voor elk van de voorstellen (download het document):

1.           Afschaffen eeuwigdurende omgevingsvergunning         
2.           Schrappen “permit defence”     
3.           REACH-verordening – “no authorisation – no market”   
4.           Bodemsaneringsorganisatie voor PFAS-vervuiling          
5.           Milieukwaliteitsnormen voor PFAS-uitstoot in de lucht 
6.           Ingrijpen op bestaande activiteiten die Natura 2000-gebieden verslechteren   
7.           Een bodemattest voor potentieel vervuilde gronden     
8.           Eigenaars, kopers en huurders informeren over bodemverontreiniging     
9.           Online database met potentiële en effectieve bodemverontreiniging      
10.         Eindelijk een omgevingsvergunningenregister  
11.         Strafrechtelijke sanctionering milieu-informatieplicht   
12.         Uitbreiding “class action” naar milieuvervuiling
13.         Oprichting van een PFAS-schadefonds 
14.         Indicatieve tabel voor schade door milieuvervuiling      
15.         Verplichte financiële zekerheid vervuilende bedrijven  
16.         Bewijsvermoeden voor angst- en gezondheidsschade  
17.         Onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurders        
18.         Doorbraak beperkte aansprakelijkheid aandeelhouders
19.         Verplichte vermelding van PFAS op consumentengoederen      
20.         Verbod op PFAS in voedingsmiddelen en voedselcontactmaterialen