Op 7 oktober 2022 nam de Vlaamse Regering het Vlaams Klimaatadaptatieplan 2030 aan. Het bevat 6 strategieën en 14 actiepunten.
Dryade keek reikhalzend uit naar de maatregelen met betrekking tot drooglegging. Via haar klacht bij de omgevingsinspectie tegen de 57 polders en wateringen omwille van illegale drainage had Dryade deze problematiek op de agenda gezet. Ook de beslissing van de Europese Commissie, naar aanleiding van een klacht van Dryade, dat meldingsplichtige activiteiten – zoals drainage – in en nabij natuurgebieden aan een effectenbeoordeling onderworpen moeten worden, maakten een regelgevend ingrijpen noodzakelijk.
De Vlaamse regering en de bevoegde minister, Zuhal Demir, verdienen een bloemetje omdat ze deze signalen snel oppikten en in beleid omzetten. Voorlopig betreft het een princiepsbeslissing maar, indien goed uitgevoerd en gehandhaafd, is dit een grote sprong voorwaarts.
Schrijf in op onze nieuwsbrief
De krachtlijnen van het klimaatadaptatieplan met betrekking tot drooglegging zien eruit als volgt:
Met betrekking tot drainage:
- Vandaag
- Drainering cultuurgrond is meldingsplichtig
- Toekomst
- Nieuwe drainages
- Drainering in of nabij (minder dan 500 meter) speciale beschermingszones of VEN en valleigebieden wordt vergunningsplichtig (klasse 2) met advies ANB, passende beoordeling en/of verscherpte natuurtoets.
- Bestaande drainages
- Bestaande, meldingsplichtige installaties zonder meldingsakte opgesteld voor 23/9/2022 worden vergunningsplichtig;
- Bestaande, niet-meldingsplichtige installaties gelegen in SBZ-h en 500 meter worden vergunningsplichtig;
- Bestaande installaties zonder meldingsakte krijgen drie jaar om vergunning te krijgen;
- Nieuwe drainages
De 500 meter afstand wordt bepaald adhv het MODFLOW-model.
Het Klimaatadaptatieplan bevat een ruw kaartje dat aanduidt waar de natuur- en valleigebieden en de bijbehorende bufferzones zich bevinden.
Met betrekking tot de peilbesluiten:
- Voor elke logische eenheid (bekken, deelbekken, polder, …) wordt een peilbesluit opgemaakt dat wordt bekrachtigd in een ministerieel besluit;
- Deze besluiten worden voor elk gebied opgemaakt tegen uiterlijk 1 januari 2027; en
- De besluiten worden voorbereid door de bekkenbesturen of lokale gebiedsallianties bestaande uit alle relevante vertegenwoordigers zoals lokale besturen, de waterbeheerders, landbouwvertegenwoordigers, natuurorganisaties, Vlaamse overheidsadministraties, …
Met betrekking tot de grondwaterwinningen:
- Nieuwe grondwaterwinningen
- Nieuwe grondwaterwinningen zijn niet langer vergunbaar binnen de groene bestemmingen van het Gewestplan en ruimtelijke uitvoeringplannen in functie van activiteiten die niet verenigbaar zijn met de bestemmingsvoorschriften.
- Bestaande grondwaterwinningen
- Bestaande grondwaterwinningen in deze zone kunnen worden hervergund tot zo lang het landbouwgebruik loopt maar zijn eveneens onderhevig aan de bestaande toetsingskaders.
- Drinkwater
- Grondwaterwinningen voor drinkwaterproductie zijn als handeling van algemeen belang vergunbaar binnen alle bestemmingen voor zover ze voldoen aan de bestaande toetsingskaders.
Enkele bedenkingen:
Zoals hoger aangehaald zijn deze maatregelen een belangrijke stap vooruit voor de vernatting van Vlaanderen. We kijken uit hoe en op welke basis de valleigebieden afgebakend gaan worden, evt. “van nature overstroombare gebieden”. Naar verwachting wordt de ruwe kaart met Habitatrichtlijn-, VEN-, valleigebieden en bufferzones op perceelsniveau beschikbaar op Geopunt.
Indien deze vernatting correct wordt doorgevoerd zou dit het einde kunnen betekenen van akkerbouw in valleigebied. Die hoorde daar nooit thuis. Daarmee komt, alvast in valleigebieden, een einde aan de vrije teeltkeuze.
Voor de peilbesluiten zal men zich op Nederland inspireren. Artikel 5.2 van de Nederlandse Waterwet geeft de waterbeheerder de bevoegdheid om de peilbesluiten vast te stellen. Hierin spelen de waterschappen een belangrijke rol. Een peilbesluit is telkens opnieuw een belangenafweging. De samenstelling van de waterbeheerder is hierbij cruciaal. Dit zet de discussie over de toekomst van de door de landbouw gedomineerde Vlaamse polders en wateringen op scherp.
Verder stelt zich de vraag hoe het verder moet met de klachten van Dryade tegen de polders & wateringen. De juridische basis is het feit dat polders en wateringen droogleggingsprojecten met een oppervlakte van meer dan 50 hectare zijn. Of er nu al dan niet peilbesluiten komen, deze droogleggingsprojecten blijven vergunningsplichtige klasse 1-inrichtingen (rubriek 53.10, 2° of 3° van de indelingslijst, bijlage 1, titel II Vlarem).
Het innoverende aan deze klachten was dat er gekeken werd naar de pompgemalen én het grachtennetwerk (het zogenaamde hydrografisch netwerk). Dit is van belang voor de hogergelegen wateringen die geen pompen hebben omdat ze hoger gelegen zijn en via de zwaartekracht kunnen afwateren. Louter door het graven van een gracht vindt drainage plaats. Dit wordt bevestigd door het Vlaams Klimaatadaptatieplan dat maatregelen voorziet voor pompen én greppels.
Tot slot heeft de beslissing van de Europese Commissie van 24 juni 2022 een ruimere draagwijdte. Ze handelt enkel de nood aan een passende beoordeling indien meldingsplichtige activiteiten (bijv. drainage en grondwaterwinningen) een nadelig effect kunnen hebben op Natura 2000-gebieden. Het spreekt voor zich dat deze redenering ook opgaat voor vrijgestelde/niet-meldingsplichtige activiteiten, zoals bemesting en pesticidengebruik. Daarbij moet ook gewerkt worden met bufferzones. Hier ligt nog werk op de plank voor de Vlaamse regering.