Bestuurders polders en wateringen riskeren geldboete en gevangenisstraf

Alexander C. Kafka
Alexander C. Kafka

De Polder- en Wateringwet stellen expliciet dat het doel van de polders en wateringen bestaat uit “het aanleggen, verbeteren, onderhouden en instandhouden van droogleggingswerken“.

De aanleg bestond in het graven van grachten en de installatie van peilregelingsinstallaties (pompen, sluizen, stuwen, schotten,…). Dit gebeurde door de polders en wateringen of hun rechtsvoorgangers.

Het verbeteren, onderhouden en instandhouden doen polders en wateringen jaar in, jaar uit. Deze werken bestaan uit het ruimen van grachten en waterlopen, het versterken van de oevers, het onderhouden van de peilregelingsinstallaties,… Jaarlijks maken de polders en wateringen een staat van deze werken op die door hun algemene vergadering goedgekeurd wordt.

Volgens de Vlaremreglementering zijn droogleggingsprojecten van meer dan 50 hectaren vergunningsplichtig. De kleinste polder en watering is Watering De Motbeek met een oppervlakte van 300 hectaren.

De polders en wateringen hadden deze omgevingsvergunning al in 2006 moeten aanvragen. Ze lieten na dit te doen. Ook op vandaag beschikken ze niet over deze vergunning noch over een milieueffectenrapport en beweren ze hardnekkig dat dit niet nodig is. Ze stellen dat ze geen droogleggingsprojecten uitvoeren. Dit is een foute zienswijze. Polders en wateringen zijn droogleggingsprojecten.

De exploitatie van een klasse 1-inrichting zonder omgevingsvergunning en MER een milieumisdrijf. We gaan even de juridische toer op…

Het ontbreken van een omgevingsvergunning is onmiskenbaar een strafbaar feit wegens schending van artikel 6 Omgevingsvergunningscecreet samengelezen met rubriek 53.10, 2° of 3° van de indelingslijst, bijlage 1, titel II Vlarem.

Artikel 16.1.2, 1° DABM stelt: Onverminderd de bepalingen van het eerste lid kunnen evenwel gedragingen die een schending inhouden van :

  1. de verplichting om te beschikken over een milieuvergunning, een omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, of een erkenning;
  2. de verplichting om een veiligheidsrapport of een milieueffectrapport op te maken;

niet beschouwd worden als een milieu-inbreuk;

Artikel 16.1.2, 1° DABM definieert een milieumisdrijf als: “een gedraging, in strijd met een milieu-voorschrift dat wordt gehandhaafd met toepassing van deze titel, waarop een straf is gesteld overeenkomstig de bepalingen van deze titel”.

Artikel 16.6.1, §1 DABM stelt: “Elke opzettelijke of door gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid gepleegde schending van de door deze titel gehandhaafde milieuvoorschriftenis strafbaar met een gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met een geldboete van 100 euro tot 250.000 euro of met een van die straffen.

Het feit dat de polders en wateringen niet beschikken over een omgevingsvergunning en milieueffectrapport maakt een milieumisdrijf uit strafbaar met een gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met een geldboete van 100 euro tot 250.000 euro of met een van die straffen.

De bestuurders van de polders en wateringen zijn eveneens aansprakelijk op basis van hun bestuurdersaansprakelijkheid. Ook zij riskeren een gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met een geldboete van 100 euro tot 250.000 euro.

We spreken over 57 polders en wateringen met gemiddeld 10 bestuurders.

Dura lex, sed lex.