PAS-maatregel “beweiden” onvoldoende onderbouwd

Een maatregel die in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof frequent gebruikt worden door landbouwbedrijven met weidegrond is “beweiden”. Hij is terug te vinden in volgende maatregelen: R1.1, R-2.1a, R-3.1c, R-6.1a, R-7.1a, R-2.1b, R-3.1d, R-6.1b en R-7.1b. Het rapport “PASsend beweiden” van de Universiteit van Wageningen besprak de randvoorwaarden. Deze zijn niet terug te vinden in de PAS-fiche. In een uitspraak van de Rechtbank van Noord-Nederland kwam deze PAS-maatregel onder vuur te liggen.

De Vlaamse PAS-maatregel « beweiden » wordt besproken in volgende PAS-fiches:

Ook Nederland kent de PAS-maatregel “beweiden ten minste 720 uur in een kalenderjaar (PAS 2015.08-02)” voor diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar. Deze is opgenomen in Regeling ammoniak en veehouderij – bijlage 2. Een beweiding van 720 uur vertaalt zich in een emissiereductie van 5% voor vloer en kelder.

Het verschil tussen de Vlaamse en de Nederlandse maatregel is dat het beweiden in Vlaanderen in aangesloten periodes van 24u moet plaatsvinden. In Nederland gaat het over blokken van 3u per dag.

De Universiteit Wageningen publiceerde in 2016 het rapport: “PASsend beweiden”.  Daarin werden volgende, relevante conclusies geformuleerd:

  1. Het aantal beweidingsuren heeft een duidelijk effect op de ammoniakemissies over de hele mestketen. Het aantal uren weidegang moet wel in balans zijn met de droge stof opname van vers gras en daarmee met de beschikbare beweidingsruimte op het bedrijf. Meer weidegang vraagt een lagere veebezetting per ha, waardoor op intensievere bedrijven meer beweidbare oppervlakte nodig is om de ammoniakreductie te kunnen realiseren.
  2. De effecten van beweiding in de stal zijn gebaseerd op berekeningen voor een traditioneel huisvestingssysteem met roostervloer. Voor emissiearme-vloeren (die voornamelijk dichte vloeren zijn) is het effect van beweidingsuren op de ammoniakemissie 30-40% groter dan bij roostervloeren.
  3. Bij bedrijven met een automatisch melksysteem (AMS) zal de reductie per beweidingsuur lager uitvallen dan bij conventionele melksystemen omdat door continue koeverkeer er een grotere (tijd) bevuilde oppervlakte ontstaat en daardoor een grotere kans op emissie is.

De exploitant dient aan te tonen over voldoende beweidbare grond te beschikken. De PAS-fiche geeft geen aanduiding hoe groot die oppervlakte dient te zijn in verhouding tot het aantal dagen dat er beweid zal worden.

Verder moet de exploitant ook het koeverkeer in rekening brengen bij de aanvraag omgevingsverguning. Ook dit aspect ontbreekt in de PAS-fiche.

De Nederlandse uitspraak van 11 maart 2021 van de Rechtbank van Noord-Nederland (ECLI:NL:RBNNE:2021:810) plaatst belangrijke kanttekeningen bij emissiereducties naar aanleiding van beweiden. In deze uitspraak uitte de rechter volgende bedenkingen:

a/ Er ontbreekt een onderbouwing van het effect van de afwezigheid van het vee in de stal op de emissie van de stal.

b/ Er ontbreekt een onderbouwing van de emissies die het vee in de wei veroorzaakt.

c/ Juist bij de toepassing van stalsystemen met een grote reductie van de ammoniakemissie is het de vraag of de emissie van het vee in de wei niet de emissiefactor van de stal overtreft.

Aangezien de Vlaamse PAS-fiches over beweiding laatst in maart 2018 geactualiseerd werden, houdt deze geen rekening met bovenstaande bedenkingen. Er is ook geen meer gedetailleerde onderbouwing beschikbaar. Bijgevolg is er geen zekerheid dat de voorgenomen PAS-maatregel het beloofde rendement haalt. Deze PAS-maatregel kan momenteel niet toegepast worden.