Handhaving bestaande KDW’s – une fausse bonne idée

Eind 2022 werden de nieuwe kritische depositiewaarden (KDW’s) gepubliceerd. De bal ligt nu in het kamp van de Vlaamse Regering om deze om te zetten. Minister Demir liet eerder weten dit niet van plan te zijn. Dat is “une fausse bonne idée” dat de nodige risico’s op het vlak van vergunningverlening met zich meebrengt. 

De KDW’s voor Europa worden vastgesteld door de Economic Commission for Europe (UNECE) van de Verenigde Naties in het kader van het door België ondertekende Verdrag van Genève met betrekking tot Grensoverschrijdende Luchtverontreiniging over Lange Afstand (Convention on the Long-Range Transboundary Air Pollution (CLTRAP))[1] van 13 november 1979 en het Protocol van Göteborg bij dit verdrag van 30 november 1999[2].

De handleiding bij het Protocol van Göteborg[3] wordt toegepast door het Coordination Centre for Effects (CCE) dat fungeert als een Program Center in het kader van het International Cooperative Program (ICP) on Modelling & Mapping in de schoot van het UNECE onder het CLTRAP. Onder impuls van het CCE werd in 2010 een eerste rapport gepubliceerd met de bandbreedtes voor de KDW met betrekking tot stikstof in Europa. Dit werd in 2013 voor Vlaanderen door het INBO omgezet[4]. In oktober 2022 werd het tweede, geactualiseerde rapport met als titel “Review and revision of empirical critical loads of nitrogen for Europe”[5] gepubliceerd door het UNECE. Het rapport is de neerslag van de consensus die bereikt werd tijdens de UNECE experten workshop over de empirische kritische depositiewaarden voor stikstof in oktober 2021 te Bern. Het werd opgemaakt door de meest vooraanstaande stikstofwetenschappers van Europa en bevat een nieuwe bandbreedte met een minimum- en maximumwaarde per habitat in Europa die de verdragspartijen vervolgens omzetten overeenkomstig het Protocol van Göteborg.

Op 2 september 2023 verklaarde minister Demir dat ze niet van plan is deze omzetting door te voeren[6] waardoor de bestaande KDW’s van kracht zouden blijven. Het Vlaams Parlement ratificeerde nochtans het Protocol van Göteborg met het decreet van 7 mei 2004 waarin gesteld wordt dat het protocol volkomen gevolg zal hebben[7]. Deze houding staat in schril contrast met de daadkracht van de Nederlandse regering. De nieuwe Nederlandse KDW’s werden eind augustus voorgelegd aan de Tweede Kamer[8] en eind september aanvaard door de bevoegde commissie[9]. Ze vormen in Nederland de basis voor het beleid en de vergunningverlening. Bovendien is de houding Vlaamse Regering een aanfluiting van het Europese milieurecht. Het Hof van Justitie oordeelde dat in het kader van effectbeoordeling rekening gehouden moet worden met de best beschikbare wetenschappelijke kennis[10].

Het nalaten om de nieuwe KDW’s aan te nemen is “une fausse bonne idée” dat risico’s meebrengt wat betreft beleid en vergunningverlening. Op beleidsmatig vlak zorgt de weigering van de Vlaamse Regering om de nieuwe KDW’s in te voeren ervoor dat de impact van stikstof op de Vlaamse natuur onderschat wordt. Daar de KDW’s voor de meeste habitats dalen, blijkt de inspanning groter dan gedacht.

Daarnaast stellen zich meerdere problemen met betrekking tot de vergunningverlening. Zo rekenen IMPACT en de Impactscoretool met de KDW’s en zijn de door deze rekentools aangeleverde gegevens incorrect. Deze fouten werken door in de passende beoordelingen, verscherpte natuurtoetsen en MER’s die hierop gebaseerd zijn. Ook kunnen de PAS-gebiedsanalyses niet meer gebruikt worden als referentiedocument. Daarnaast stelde de Raad van State in haar advies bij het PAS-decreet dat vergunningverlening op krediet niet mogelijk is. Maar door de bestaande KDW’s toe te blijven passen, eigent de Vlaamse Regering zich meer stikstofkrediet toe dan ze eigenlijk heeft. De voorgaande elementen hebben tot gevolg dat de vergunningverlening voor stikstofuitstotende activiteiten juridisch wankel is.

Voor de passende beoordelingen geldt bovendien dat deze elke redelijke wetenschappelijke twijfel moeten uitsluiten over de gevolgen van het project[11]. Dit kan enkel door rekening te houden met de meest recente wetenschappelijke kennis, zoals bevestigd door voormelde rechtspraak van het Europees Hof van Justitie. In het belang van de natuur en de rechtszekere vergunningverlening is het cruciaal dat de nieuwe KDW’s in Vlaanderen zo snel mogelijk omgezet worden. 

[1] België ondertekende het verdrag op 24 juni 1998 en ratificeerde het op 25 mei 2006

[2] België ondertekende het protocol op 4 februari 2000 en ratificeerde het op 13 september 2007; de relevante bepalingen zijn artikel 2 en bijlage I, sectie II, A van het protocol

[3] https://www.umweltbundesamt.de/sites/default/files/medien/4038/dokumente/manual_complete_english.pdf

[4] M. HENS en J. NEIRYNCK, Kritische depositiewaarden voor stikstof voor duurzame instandhouding van Europese habitattypen in Vlaanderen, INBO 16 oktober 2013

[5] https://unece.org/media/press/372350

[6] https://www.standaard.be/cnt/dmf20230901_96683669

[7] Artikel 2 van het decreet van 7 mei 2004 houdende instemming met het Protocol bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand, ter bestrijding van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau, met bijlagen, ondertekend in Göteborg op 30 november 1999

[8] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2023Z14497&did=2023D34903

[9] https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2023A02611

[10] HvJ 9 september 2020, C‑254/19, dictum

[11] HvJ 7 november 2018, C‑293/17 en C‑294/17, punt 98, met verwijzingen naar eerdere rechtspraak