Emissiearme stallen zijn een mythe, de technologie deugt niet (DS 17 mei 2023)

Er moet een moratorium komen op technieken die de stikstofemissies zogezegd wegtoveren, vindt Dries Verhaeghe.

Deze krant berichtte onlangs over een niet-gepubliceerd rapport van de Universiteit Wageningen waaruit blijkt dat de technologische remedies tegen stikstofuitstoot niet doen wat ze beloven (DS 12 mei). Duizenden Nederlandse landbouwbedrijven blijken meer stikstof uit te stoten dan ­gedacht.

De technologische remedies waarvan sprake zijn ammoniakemissie­arme stallen en luchtwassers. Ammoniak is een type stikstof dat ontstaat als de urine en uitwerpselen van ­dieren zich vermengen. De emissie­arme stallen proberen urine en mest te scheiden zodat er minder ammo­niak ontstaat. Een luchtwasser ­zuivert de lucht die de stal verlaat van ammoniak.

Eigenlijk vertelt het Wageningse rapport niets nieuws. In Nederland verschenen de afgelopen jaren tal van rapporten die aantonen dat de technologische oplossingen helemaal niet zo efficiënt zijn als men laat uitschijnen. Ze worden er ‘tovervloeren’ genoemd, die de stikstofemissies op magische wijze wegtoveren. Een aantal systemen werd door de rechtspraak in de ban geslagen en de ­Nederlandse rechtbank Oost-Brabant stelde in april 2022 dat de emissie­reducties van die systemen niet in ­rekening mogen worden gebracht.

Ook in Vlaanderen werden ‘meetcampagnes’ gevoerd. Daarbij stelt men apparatuur op aan een emissiearme veestal en toetst men de meet­gegevens aan het beloofde rendement. Die meetcampagnes bevestigen dat theorie en praktijk ver van elkaar staan. De stallen stoten meer stikstof uit dan gedacht. Daarbij blijkt het ‘stalmanagement’ van groot ­belang. Hoe consciëntieus is de landbouwer bij het opvolgen van de richtlijnen voor het gebruik van de emissiereducerende technieken, voorziet hij in regelmatig onderhoud, staat de luchtwasser altijd aan, enzovoort.

De Boerenbond reageerde sussend op het rapport door te stellen dat de Nederlandse technieken hier niet ­zomaar overgenomen worden en dat Vlaanderen beschikt over een eigen goedkeuringscomité dat strenge ­eisen stelt. Dat is wel heel kort door de bocht. In de praktijk laten fabrikanten van emissiearme stallen hun ­systemen zowel in Nederland als Vlaanderen homologeren. De ­beschrijvingen en beloofde reductiepercentages zijn voor beide landen grotendeels dezelfde.

Het klopt dat Vlaanderen een eigen goedkeuringscomité heeft: het ­Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij (WeComV). Het werd, na een paar jaar inactiviteit, weer opgestart. De opdracht luidt de wachtlijst met nieuwe technieken van de afgelopen jaren weg te werken en de bestaande technieken te herbekijken. Het PAS-akkoord (Programma­tische Aanpak Stikstof) voorziet in een nauwe samenwerking tussen het ­WeComV en de Universiteit Wageningen. Het Vlaamse goedkeurings­comité zal het Nederlandse rapport met de nodige aandacht lezen.

Gevolgen

De gevolgen van de slecht werkende emissiereducerende technologieën zijn drieërlei. Aangezien duizenden Vlaamse landbouwers emissiereducerende systemen installeerden die niet ­deugen, wordt de stikstofuitdaging een stuk groter. Er zal meer stikstof­reductie nodig zijn en die zal in ­grotere mate moeten komen van een afbouw van de veestapel dan van emissiereducerende technieken. Het gesloten PAS-akkoord omzetten in het PAS-decreet is een eerste stap, maar het zal verder aangescherpt moeten worden.

Daarnaast moet het WeComV prioritair de technologieën die momenteel goedgekeurd zijn stuk voor stuk herevalueren en waar nodig een meetcampagne voeren. Het gaat over een paar honderd systemen, een werk van jaren. Een essentieel element daarbij is waarborgen dat de stal onder ­alle omstandigheden het beloofde rendement haalt. Het is onaanvaardbaar dat een slordige landbouwer die het niet te nauw neemt met zijn stal­management meer stikstof ­uitstoot en dat onze inspectie­diensten dat ­onmogelijk kunnen controleren. ­Onvoldoende gewaarborgde technieken moeten geschrapt worden.

Tot slot is een moratorium op emissiereducerende technieken ­nodig. In Vlaanderen worden nog ­altijd stallen vergund met technieken die de Nederlandse rechtspraak expliciet verboden heeft of waarvan de efficiëntie in vraag wordt gesteld. De vergunningverlenende overheden – dat zijn de gemeenten en de provincies – ­maken het stikstofprobleem nog complexer en brengen de land­bouwers waaraan de vergunningen uitgereikt worden verder in de problemen. Ze hebben niet geleerd uit de ­saga rond de oranje en de rode lijsten.

Zolang een emissiereducerende techniek niet opnieuw bekeken en ­bemeten is, kunnen gemeenten en provincies die niet toelaten in hun vergunningen. Een kwestie van goed bestuur in het belang van onze landbouw, economie en natuur.