Opinie: De inkrimping van de veestapel is de olifant in de kamer (DM 30/05/2022)

In deze krant getuigden veeteler Luc Huyghe en zijn vrouw Kathleen onlangs over hun bedrijf dat van oranje naar rood ging (DM 20/5). “Erg groot is ons bedrijf niet”, klonk het. “We hebben 25 paarden en 200 varkens. (…) Onze impactscore was 44,8, dus onder de drempel van 50. Nu zitten we plots op 55 en worden we beschouwd als piekbelasters.”

Er wordt terecht verwezen naar gemanipuleerde zoekzones als een van de redenen voor de problemen met de rode lijsten. Een tweede element blijft onderbelicht, de stalsystemen en maatregelen die de stikstofuitstoot moeten reduceren, leveren niet het beloofde rendement.

Vlaanderen telt 1,3 miljoen runderen, 5,8 miljoen varkens en 45,6 miljoen kippen. De hoeveelheid stikstof die ze uitstoten, is verantwoordelijk voor de achteruitgang van de Vlaamse natuur. Om het stikstofprobleem onder controle te krijgen, werd de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in het leven geroepen. Vanaf 2015 was er een eerste, voorlopige PAS. Met het recente stikstofakkoord zou er een tweede, definitieve PAS moeten komen. Deze is nog tot half juni in openbaar onderzoek.

De PAS is een pakket maatregelen gebaseerd op een stikstofboekhouding. Bij de maatregelen had de Vlaamse regering twee keuzes: de veestapel inkrimpen of stikstofemissies voorkomen door technologische maatregelen.

De keuze tussen krimpen of technologie gaat ook over de landbouw die we willen. In het huidige systeem wordt Braziliaans regenwoud gekapt voor sojateelt. Die voeren we aan de Vlaamse kippen, koeien en varkens. Eén derde van de vleesproductie dekt onze behoefte. Twee derde wordt wereldwijd geëxporteerd. Wat achterblijft in Vlaanderen is een overschot aan mest en stikstof. Inzetten op technologische maatregelen betekent het behoud van deze exportgerichte landbouw. In een krimpscenario vermindert de import van soja en de export van vlees en kan worden ingezet op korte keten en circulariteit.

Beide sporen worden bewandeld in de tweede PAS maar voor het leeuwendeel van de reducties wordt beroep gedaan op technologische maatregelen. De financiële belangen haalden de bovenhand.

Veeteeltbedrijven kunnen een brede waaier aan technologische maatregelen inzetten om de stikstofuitstoot te verminderen. Voorbeelden zijn veevoeder met minder eiwit, runderen meer op de weide dan in de stal, stallen met roostervloeren, mestafvoersystemen en luchtwassers. De maatregelen met bijbehorende emissiereducties werden opgelijst en gepubliceerd.

Deze maatregelen schoten hun doel voorbij. In plaats van emissies te verminderen waren ze een alibi voor uitbreiding van de landbouwbedrijven. Deze praktijk weerspiegelt zich in de toename van de veestapel. Het aantal varkens en runderen bleef het afgelopen decennium relatief stabiel. De pluimveesector ging van 27,5 miljoen kippen in 2014 naar 45,6 miljoen kippen vandaag. Een verdubbeling alhoewel er in 2014 al een joekel van een stikstofprobleem was.

De afgelopen jaren kwamen meer en meer problemen aan het licht met deze maatregelen. De emissiereductie via krachtvoer leverde niet de verhoopte resultaten op. Uit metingen op het bedrijf bleek dat roostervloeren en luchtwassers niet de beloofde percentages halen. Luchtwassers staan uit omdat ze teveel elektriciteit verbruiken.

In een zaak voor de Nederlandse rechtbank van Noord-Brabant werden alle relevante onderzoeksrapporten over emissiereducerende maatregelen op een rijtje gezet. In haar uitspraak van 8 april 2022 stelde de rechtbank onomwonden dat de huidige lijsten met emissiereducerende stalsystemen en reductiepercentages onbetrouwbaar zijn. Ze kunnen niet voetstoots aanvaard worden. De lijsten in Nederland en Vlaanderen bevatten dezelfde maatregelen en reducties. Het technologisch spoor dreigt dood te lopen.

Deze uitspraak heeft verstrekkende gevolgen. De stikstofboekhouding nam deze technologische maatregelen mee en klopt dus niet. Ook de Impactscoretool, de stikstofrekenmachine, verrekent deze technologische maatregelen en levert een foute impactscore af. De impactscore is de basis voor de vergunningsverlening maar blijkt dus ondeugdelijk. Dat is dus een probleem voor de vergunningen uitgereikt in het verleden, toekomstige vergunningen op basis van de PAS en – jawel – de rode lijsten.

Is het stikstofakkoord dood en begraven? Dreigt een “Nederlands scenario” waarbij de vergunningsverlening stilvalt, en ook Vlaanderen onherroepelijk op slot gaan? Ik denk van niet. Wel moeten de fouten in de stikstofboekhouding, Impactscoretool en de lijst met emissiereducerende maatregelen rechtgezet worden. Zo kan de focus weg van lijsten, zoekzones en stalsystemen naar het herstel van onze natuurgebieden. Zoniet blijft enkel het tweede spoor over: een inkrimping van de veestapel.