Opinie: Laat PFAS-slachtoffers niet twintig jaar wachten op geld (DS 16/12/2021)

Dat de zaak-Lernout & Hauspie twintig jaar aansleepte, toont aan dat het systeem voor groepsvorderingen aan een update toe is, schrijft Dries Verhaeghe.

Het hof van beroep van Gent sprak zich vrijdag uit in de zaak-Lernout & Hauspie (DS 10 december). De cijfers van het arrest doen duizelen: 15.000 gedupeerden, 9.000 afzonderlijke schade-eisen waarvan 5.000 onontvankelijk, een arrest van 10.900 bladzijden en een schadevergoeding van 655 miljoen euro.

Eén cijfer springt eruit: een rechtsgang van 20 jaar. In 2001 startte het gerechtelijke onderzoek. In 2021 is er een uitspraak. Dat is een rechtsstaat onwaardig en is een inbreuk op het recht op de behandeling van een rechtszaak binnen redelijke termijn. In Amerika werd de rechtszaak rond L&H al in 2005 en 2007 geschikt.

L&H is in België het bekendste voorbeeld van een classaction of groepsvordering, een rechtszaak waarin een grote groep mensen collectief een zaak voor de rechter brengt. Andere bekende voorbeelden zijn zaken tegen Volkswagen, Arco en Fortis. Rekening houdend met het grote aantal mensen dat schade lijdt door het PFAS-schandaal zit er nog een groepsvordering aan te komen.

Typerend voor groepsvorderingen is dat het vaak over strooischade gaat. Dat is schade voor een relatief klein bedrag, zodat het niet de moeite loont zelf naar de rechter te stappen. Bij een groepsvordering met gedeelde kosten geldt een andere kosten-batenafweging. In de PFAS-zaak is er strooischade doordat mensen gestopt zijn zelfgekweekte groenten, kleinvee en putwater te consumeren en doordat de waarde van vastgoed daalt.

Drie uitspraken in zeven jaar

Johan Vande Lanotte (Vooruit) creëerde als minister van Consumentenzaken de mogelijkheid om groepsvorderingen aan te spannen via de ‘rechtsvordering tot collectief herstel’. In 2014 trad die wetgeving in werking. De centrale spil in die rechtsvordering is de groepsvertegenwoordiger die de gedupeerden verenigt en de rechtszaak aanspant. Hij beantwoordt vragen en staat gedupeerden bij het verzamelen van bewijzen bij. Dat ontlast de rechtbank en voorkomt problemen met ontvankelijkheid.

In de praktijk treedt alleen Test Aankoop op als groepsvertegenwoordiger. Alleen consumenten en kmo’s kunnen een groepsvordering indienen, en dat voor een beperkt aantal inbreuken, bijvoorbeeld rond telecom, financiële diensten, transport, energie, marktpraktijken of privacy. Na zeven­ jaar zijn er drie uitspraken: in zaken tegen Volkswagen, Proximus en Thomas Cook.

De rechtsvordering tot collectief herstel schiet op meerdere punten tekort. Bovenal is het toepassingsgebied te beperkt. De gedupeerden van de PFAS-vervuiling kunnen er bijvoorbeeld geen gebruik van maken. Milieuschade staat niet in het lijstje met inbreuken. Verder is er geen financieringsmodel bepaald. De groepsvertegenwoordiger moet alles voorfinancieren en kan de kosten alleen bij een positieve uitspraak recupereren. Door die financiële drempel komen tal van zaken niet voor de rechter. Tot slot kunnen alleen de personen die zich bij de rechtsvordering aansluiten zich erop beroepen. Wie niet betrokken was, blijft in de kou staan.

Milieuvervuiling telt mee

In Nederland trad op 1 januari 2020 een nieuwe regelgeving voor massaschade in werking, het equivalent van de rechtsvordering tot collectief herstel. Die pakt bovenstaande problemen aan. Zo is het toepassingsgebied uitgebreid tot alle soorten schade en kan iedereen er een beroep op doen. De oorzaak van de schade is niet relevant. Die kan voortkomen uit milieuvervuiling, een inbreuk op het consumentenrecht of een op het mededingingsrecht. Iedereen kan zich erop beroepen, zelfs als hij geen partij was bij de procedure. Tot slot legt de wet een financieringsmodel vast, de third party litigation funding. Dat houdt in dat de rechtszaak niet gefinancierd wordt door de gedupeerde, maar door een externe financier, die aanspraak maakt op een deel van de opbrengst.

Dat financieringsmodel vergroot de toegang tot de rechter. Wie het geld niet heeft, kan zijn schade toch laten vergoeden. Maar het mag niet leiden tot excessief procederen of tot een situatie waarbij de toegekende schadevergoeding integraal in de zakken van de financier verdwijnt. Om daaraan tegemoet te komen, wordt het financieringscontract aan de rechter voorgelegd en keurt hij het goed.

In het regeerakkoord van onze fede­rale regering staat dat de regel­geving van de classaction wordt geëva­lueerd. Navraag bij de FOD Economie leert dat de belanghebbenden een vragenlijst hebben ontvangen. Van een ambitieuze hervorming is geen sprake. De realiteit is dat gedupeerden van strooischade veelal in de kou blijven staan en dat de werklast doorgeschoven wordt naar de rechtbanken. De bevoegde ministers Eva De Bleeker en Vincent Van Quickenborne (Open VLD) moeten de class­action grondig updaten. De Nederlandse wetgeving biedt inspiratie. De PFAS-slachtoffers hopen op een uitspraak vóór 2041.