Klacht tegen 56 polders en wateringen wegens niet-vergunde drooglegging

Dryade VZW diende op 27 juli 2021 klacht in tegen 56 polders en wateringen wegens niet-vergunde drooglegging. Ze schenden het Omgevingsvergunningsdecreet en ook de MER-plicht. Indien in het werkingsgebied van de polders en wateringen ook een Habitatrichtlijn of VEN-gebied ligt, zijn ze ook verplicht een passende beoordeling of verscherpte natuurtoets te bekomen.

Concreet gaat het om 3 klachten en 2 verzoeken, in elke Vlaamse provincie één. In West-, Oost-Vlaanderen en Antwerpen gaat het om een klacht bij de Omgevingsinspectie. In Vlaams-Brabant en Limburg werd een verzoek tot oplegging van bestuurlijke maatregelen neergelegd bij de provinciegouverneur.

De bal ging aan het rollen met een controle door de Omgevingsinspectie van pompgemalen in het Natuurgebied De Zegge. Ter voorbereiding van deze controle stelde de juridische dienst van de VMM een nota op over de betekenis en draagwijdte van rubriek 53.10 Indelingslijst bijlage 1 titel II Vlarem. Deze rubriek kreeg de benaming “waterbeheersingsprojecten voor landbouwdoeleinden” en omvat: 1° irrigatieprojecten van 100 ha en meer, 2° droogleggingsprojecten van 50 ha of meer, en 3° droogleggingsproject van 15 ha of meer, die een aanzienlijke verlaging van de freatische grondwatertafel in een bijzonder beschermd gebied tot gevolg kunnen hebben. Zowel punten 1, 2 en 3 worden ingedeeld in klasse 1. De juridische dienst was van oordeel dat de pompgemalen vergunningsplichtig waren onder rubriek 53.10.

Aangezien een vergunning voor een klasse 1-inrichting nodig is, geldt ook de MER-plicht voor dit type droogleggingswerken. Dit werd bevestigd in de nota “Nota MER-plicht drooglegging polder Schelde Durme (maart 2021)” van Team MER. Als in de polder een Speciale Beschermingszone ligt is ook een passende beoordeling eveneens nodig.

De controle van de pompgemalen De Zegge vond op 18 maart 2021 plaats. Het inspectieverslag stelt dat de pompgemalen die gebruikt worden om via een stelsel van afwateringsgrachten een landbouwgebied van 200 à 300 hectare te draineren dat gelegen is tussen het natuurgebied De Zegge en de Kleine Nete onderworpen zijn aan de MER-plicht en een omgevingsvergunning klasse 1 voor de rubriek 53.10.3°. Omwille van de nabijheid van de Speciale Beschermingszone De Zegge moet ook een passende beoordeling uitgevoerd worden.

De heer Francis VAN DEN ABBEELE had half februari 2021 een verzoek tot oplegging van bestuurlijke maatregelen in ten aanzien van de Polder tussen Schelde en Durme bij de gouverneur van Oost-Vlaanderen, mevr. Carina VAN CAUTER ingediend. Met haar beslissing van 11 mei 2021 verklaarde de gouverneur het verzoek ongegrond. Vervolgens ging de heer VAN DEN ABBEELE in beroep bij de Vlaamse minister Zuhal DEMIR. In haar besluit van 14 juli 2021 verklaarde de minister het beroep van de heer VAN DEN ABBEELE gegrond en moet de gouverneur het verzoek om bestuurlijke maatregelen op te leggen opnieuw behandelen.

Op 18 mei stelde Dryade VZW aan de 56 polders en wateringen een vraag in het kader van de openbaarheid van bestuur of ze droogleggingsprojecten uitvoerden en of ze voldeden aan de vergunningsplicht, MER-plicht,… 46 polders en wateringen antwoordden dat ze geen droogleggingsprojecten uitvoeren en bijgevolg ook niet beschikken over een omgevingsvergunning, MER en desgevallend passende beoordeling. Voor de polders en wateringen die nog niet antwoordden loopt een klacht voor de Vlaamse Commissie Openbaarheid van Bestuur.

Naar aanleiding hiervan diende Dryade VZW op 27 juli 2021 klacht in bij de Omgevingsinspectie van Oost- en West-Vlaanderen en Antwerpen en een verzoek tot oplegging van bestuurlijke maatregelen bij de gouverneur van Vlaams-Brabant en Limburg. Hieronder treft u de documenten:

Hieronder treft u de integrale tekst van de klacht voor de Provincie West-Vlaanderen:

Brussel, 27 juli 2021

Omgevingsinspectie West-Vlaanderen
Jacob Van Maerlantgebouw
Koning Albert I-laan 1/2 bus 73
8200 Brugge

Per aangetekend schrijven

Geachte mevrouw,
Geachte heer,

Betreft: Klacht niet-vergunde drooglegginsprojecten

Ik, Dries Verhaeghe, geboren te Lokeren op 21 januari 1977 en woonachtig te 1000 Brussel, Kanonstraat 2/1 met rijksregisternummer 770121.155.60, schrijf u in mijn hoedanigheid van bestuurder van de milieuvereniging Dryade VZW met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Kanonstraat 2/1 en ingeschreven in de KBO met ondernemingsnummer 0762.778.603.

Met dit schrijven dient Dryade VZW ten aanzien van volgende polders:

  • Middenkustpolder met maatschappelijke zetel te 8470 Gistel, Rochesterlaan 4C en ingeschreven in de KBO met ondernemingsnummer 0816.607.564;
  • Nieuwe Polder van Blankenberge met maatschappelijke zetel te 8377 Zuienkerke, Kapellestraat 36 en ingeschreven in de KBO met ondernemingsnummer 0214.211.236;
  • Oostkustpolder met maatschappelijke zetel te 8000 Brugge, Brugse Steenweg 227 en ingeschreven in de KBO met ondernemingsnummer 0843.660.468;
  • Polder Bethoostersche Broecken met maatschappelijke zetel te 8470 Gistel, Rochesterlaan 4C, niet ingeschreven in de KBO;
  • Westkustpolder met maatschappelijke zetel te 8690 Alveringem, Dorp 29 en ingeschreven in de KBO met ondernemingsnummer 0686.553.825; en
  • Zuidijzerpolder met maatschappelijke zetel te 8647 Lo-Reninge, Zwartestraat(Ren) 7

en ingeschreven in de KBO met ondernemingsnummer 0255.980.426;

en, in de mate dat zij peilregelingsinstallaties of waterlopen exploiteren, ten aanzien van

  • Provincie West-Vlaanderen met maatschappelijke zetel te 8200 Brugge, Koning Leopold III-laan 41 en ingeschreven in de KBO met ondernemingsnummer 0207.725.696;
  • Vlaamse Milieumaatschappij met maatschappelijke zetel te 9300 Aalst, Dokter De Moorstraat 24-26 en ingeschreven in de KBO met ondernemingsnummer 0887.290.276; en
  • De Vlaamse Waterweg NV met maatschappelijke zetel te 3500 Hasselt, Havenstraat 44 en ingeschreven in de KBO met ondernemingsnummer 0216.173.309;

klacht in wegens schending van de omgevingsvergunningsplicht door niet-vergunde droogleggingsprojecten te exploiteren zoals omschreven in het rubriek 53.10, 2° of 3° van de indelingslijst, bijlage 1 bij titel II Vlarem:

waterbeheersingsprojecten voor landbouwdoeleinden, namelijk:

2°            een droogleggingsproject van 50 ha of meer
3°            een droogleggingsproject van 15 ha of meer, dat een aanzienlijke verlaging van de freatische grondwatertafel in een bijzonder beschermd gebied tot gevolg kan hebben

Elk van bovenvermelde polders voert droogleggingsprojecten uit in een gebied dat groter is dan 50 hectare.

Het feit dat de polders en de Provincie West-Vlaanderen, de VMM en De Vlaamse Waterweg NV in de mate dat zij peilregelingsinstallaties (bijv. pomp-, vijzelgemalen, sluizen,..) of waterlopen uitbaten, vergunningsplichtige droogleggingsprojecten uitvoeren wordt gestaafd door volgende elementen:

  • Artikel 80 van de Wet van 3 juni 1957 betreffende de polders bepaalt: “De polders maken jaarlijks een staat op van de werken die in de loop van het jaar moeten uitgevoerd worden voor het aanleggen, verbeteren, onderhouden en instandhouden van de verdedigings-, droogleggings– en bevloeiingswerken en van de wegen van de polder.” (eigen onderlijning)
  • De nota van de VMM dd. 18 maart 2021 “Betekenis en draagwijdte van rubriek 53.10 Indelingslijst bijlage 1 titel II Vlarem” (bijlage 1);
  • Het ministerieel besluit van mevrouw Zuhal Demir 21-33-B/LV dd. 14 juli met betrekking tot de Polder tussen Schelde en Durme (bijlage 2);
  • De definitie van een polder luidt: “Een polder is een door een of meer waterkeringen omgeven gebied waarvan de waterstand kunstmatig geregeld kan worden. De waterstand binnen een polder is hierdoor meestal lager dan in het omliggende gebied. Een polder wordt beschouwd als een waterstaatkundige eenheid. Dit wil zeggen dat het geen verbinding heeft met het buitenwater, behalve via kunstwerken. Poldermolens, spuisluizen of gemalen regelen het peil.” (bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Polder – eigen onderlijning);
  • De Vlaamse Vereniging voor Polders en Wateringen stelt: “De taak van de Polders bestaat er dan in deze gronden in stand te houden, droog te leggen en, waar nodig, te bevloeien” (https://www.vvpw.be/webpagina/Toelichting_wet_polders_wateringen.html – eigen onderlijning)
  • De jaarstaat 2020 van de Nieuwe Polder van Blankenberge stelt: “Vooraf dient duidelijk te worden gesteld dat poldergebieden door de mens gecreëerde gebieden zijn. De poldergebieden liggen immers beneden het hoogwaterpeil van de zee en moeten kunstmatig droog gehouden worden” (pag. 8 – bijlage 3 – eigen onderlijning);
  • De peilregelingsinstallaties zoals pomp-, vijzelgemalen, sluizen,… werden veelal door de polders overgedragen aan de provincies, VMM of De Vlaamse Waterweg NV.

Bovenvermelde polders, de Provincie West-Vlaanderen, de VMM en De Vlaamse Waterweg beheren in hun ambtsgebied een hydrografisch systeem dat bestaat uit volgende elementen:

  • Een netwerk van waterlopen van eerste, tweede of derde categorie desgevallend aangevuld met grachten en waterlopen overgedragen door bepaalde gemeentes;
  • Een netwerk van dijken; en
  • Peilregelingsinstallaties (bijv. pomp- en vijzelgemalen, sluizen, stuwen,…).

De drooglegging gebeurt op twee manieren:

  • Gravitair droogleggen (van hoog naar laag); en
  • Droogleggen via pomp- of vijzelgemalen (van laag naar hoog).

Louter het graven van een gracht in een waterrijke grond is reeds te beschouwen als een drooglegging als die gracht verbonden is met een netwerk van waterlopen en finaal gravitair of via een pomp- of vijzelgemaal afwatert in een ander waterlichaam.

De jaarstaat 2020 van de Nieuwe Polder van Blankenberge legt het verschil tussen gravitair afwateren en het afwateren via pomp- of vijzelgemaal op verhelderende wijze uit: “De polderstreek wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van talrijke waterlopen. Deze waterlopen zijn in de meeste gevallen door de Polder gegraven en hebben een klein bodemverhang. Naast een afwateringsfunctie hebben de polderwaterlopen een belangrijke bufferfunctie. De afwatering van de polder gebeurt grotendeels door middel van gravitaire, getijdengebonden lozing op zee. Het overtollige water wordt naar de zee afgevoerd door het openen van de afwateringssluizen bij laag tij. Bij opkomend tijd worden de sluizen opnieuw gesloten. … Sommige gebieden zijn zo laag gelegen dat een natuurlijk gravitaire afwatering niet volstaat of onmogelijk is. In dit geval worden pompen ingeschakeld die het water overpompen hetzij naar een hoger gelegen kanaal (Brugge-Oostende) hetzij rechtstreeks naar zee” (pag. 8 – bijlage 3).

Uit bovenstaande uitleg blijkt dat het netwerk van waterlopen, pomp- en vijzelgemalen alsook sluizen essentiële elementen van het hydrografisch systeem zijn die toelaten de polder droog te leggen. Bijgevolg moeten het netwerk van waterlopen alsook de sluizen en vijzelgemalen op gelijke voet gesteld worden met pompgemalen en zijn ook deze vergunningsplichtig.

In de praktijk blijkt het voor Dryade VZW moeilijk volledig zicht te krijgen op alle elementen van het hydrografisch netwerk van polders en wateringen. Deze gegevens zijn niet of slechts partieel terug te vinden op www.geopunt.be, www.waterinfo.be en de websites van de polders en wateringen.

Zo blijken pompstations wel terug te vinden op www.waterinfo.be maar geldt dit niet voor vijzelgemalen en sluizen. De pompstations in bovenvermelde polders zijn gemarkeerd op https://www.waterinfo.be/kaartencatalogus?KL=nl. Men stelt de kaart in op schaal 0,3 km of kleiner en klikt onder kaartlaag “Vlaamse Hydrografische Atlas” kunstwerken aan. Luidens de legende staan de gele blokjes met de letters “PS” voor pompstations (bijlage 4).

Daarom richtte Dryade VZW op 18 juni 2021 een tweede vraag in het kader van de openbaarheid van bestuur aan 6 polders en wateringen. Vier van de aangeschreven polders en wateringen lieten na hierop te antwoorden. De beide polders die wel antwoordden stuurden enkel kopie van administratieve documenten (bijv. jaarstaten en verslagen AV) door maar weigerden een overzicht te geven van de beheerde waterlopen, de pomp- en vijzelgemalen, sluizen, stuwen en andere peilregelinstallaties. Ze beweerden dat dit teveel werk zou meebrengen of niet onder de openbaarheid van bestuur zou vallen. Dryade VZW is het hiermee volstrekt oneens. Hoe kunnen de polders en wateringen op professionele wijze een hydrografisch systeem uitbaten als het niet in kaart gebracht is? Daarom bereidt Dryade VZW  een beroep bij de Beroepscommissie Openbaarheid van Bestuur voor (bijlage 5). 

Op 18 mei 2021 richtte Dryade VZW aan de 6 bovenvermelde polders een eerste vraag in het kader van de openbaarheid van bestuur (bijlage 6). Deze luidde als volgt:

Indien uw polder of watering een vergunningsplichtig droogleggingsproject (pompen, gravitaire drainage,…) uitvoert, verzoek ik u mij een kopie door te mailen van de volgende documenten overeenkomstig artikel II.40 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018:

  • De omgevingsvergunning;
  • Het milieu‐effectenrapport;
  • De passende beoordeling als er een speciale beschermingszone in de polder/watering of niet ver erbuiten liggen.

De Middenkustpolder, Nieuwe Polder van Blankenberge, Oostkustpolder, Polder Bethoostersche Broecken en Westkustpolder antwoordden allen dat ze geen droogleggingswerken uitvoeren en bijgevolg ook niet over de opgevraagde documenten beschikken.

De Zuidijzerpolder antwoordde:

Binnen de Zuidijzerpolder is er slechts 1 pompgebied (Blankaart). In dit gebied wordt het waterpeil verlaagd t.o.v. het waterpeil van de IJzer. Alle overige waterlopen lozen gravitair naar de IJzer. Het niveau van de waterlopen wordt m.a.w. bepaald door het waterpeil van de IJzer.

Binnen het Blankaartgebied zijn momenteel 2 pompgemalen actief (pompgemaal Stenensluisvaart en Engelendelft). Beide pompgemalen zijn in eigendom van de Vlaamse Milieumaatschappij. Betreffende uw vragen zie ik mij dan ook genoodzaakt u door te wijzen naar onze collega’s.

De Zuidijzerpolder gaat ervan uit dat enkel het droogleggen via pompstations vergunningsplichtig zou zijn. Dit klopt uiteraard niet. Ook gravitaire drainage, desgevallend via sluizen, en drainage via vijzelgemalen zijn vergunningsplichtig. Bovendien toont de kaartencatalogus op www.waterinfo.be dat zich in het ambtsgebied tal van pompstations bevinden. Bijlage 7 illustreert dit een screenshot van de regio Oostvleteren.  

Hoedanook onderhoudt elk van de 6 bovenvermelde polders een netwerk van waterlopen waarop pomp-, vijzelgemalen en sluizen staan. Sommige van deze pomp-, vijzelgemalen en sluizen zijn overgedragen aan de Provincie West-Vlaanderen, de Vlaamse Milieumaatschappij of De Vlaamse Waterweg NV.  Het feit dat bovenvermelde polders de exploitatie van alle of een deel van hun peilregelingsinstallaties overgedragen zouden hebben aan andere overheden, ontslaat hen in geen geval van de omgevingsvergunningsplicht. Het netwerk van waterlopen dat zij onderhouden maakt deel uit van het hydrografisch systeem waarmee ze de droogleggingswerken uitvoeren en is dus op zich ook vergunningsplichtig.

De conclusie is dat de 6 bovenvermelde polders vergunningsplichtig zijn, niet over een omgevingsvergunning beschikken en dat hun droogleggingsactiviteiten artikel 6 van het Omgevingsvergunningsdecreet schenden.

Indien de pomp-, vijzelgemalen of sluizen aangedreven worden door een hoogspanningscabine met een transformator met een individueel nominaal vermogen van meer dan 100 kVa is deze meldingsplichtig overeenkomstig rubriek 12.2.1°  van de indelingslijst, bijlage 1 bij titel II Vlarem.

De omgevingsvergunningsplicht wordt voor de bovenvermelde polders aangevuld met een MER-plicht zoals blijkt uit “Nota mer-plicht drooglegging polder Schelde Durme (maart 2021)” van Team MER (bijlage 8). Deze plicht geldt eveneens voor de Provincie West-Vlaanderen, de VMM en De Vlaamse Waterweg NV in de mate dat zij peilregelingsinstallaties of waterlopen exploiteren. De bovenvermelde polders gaven zelf aan niet te beschikken over een MER. Bijgevolg maken de activiteiten van de bovenvermelde polders een inbreuk uit op titel IV DABM.

In de ambtsgebieden van bovenvermelde polders liggen Habitatrichtlijngebieden en soms Vogelrichtlijngebieden. Bijgevolg zijn bovenvermelde polders verplicht een passende beoordeling op te maken.  Deze plicht geldt eveneens voor de Provincie West-Vlaanderen, de VMM en De Vlaamse Waterweg NV in de mate dat zij (i) waterlopen of (ii) peilregelingsinstallaties exploiteren gelegen in Habitatrichtlijngebieden of op waterlopen die Habitat- of Vogelrichtlijngebied afwateren. De bovenvermelde polders gaven zelf aan niet te beschikken over een passende beoordeling. Bijgevolg maken de activiteiten van de bovenvermelde polders een inbreuk uit op artikel 36ter van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (hierna het Natuurdecreet)

 In de ambtsgebieden van bovenvermelde polders liggen VEN-gebieden. Bijgevolg zijn bovengenoemde polders verplicht een verscherpte natuurtoets op te maken overeenkomstig artikel 26bis van het Natuurdecreet.  Deze plicht geldt eveneens voor de Provincie West-Vlaanderen, de VMM en De Vlaamse Waterweg NV in de mate dat zij (i) waterlopen exploiteren of (ii) peilregelingsinstallaties exploiteren gelegen in VEN-gebieden of op waterlopen die VEN-gebieden afwateren. 

Tot slot dienen bovenvermelde polders alsook de Provincie West-Vlaanderen, de VMM en De Vlaamse Waterweg NV, in de mate dat zij (i) waterlopen exploiteren of (ii) peilregelingsinstallaties exploiteren, een watertoets op te maken voor de droogleggingswerken binnen hun ambtsgebied overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het Waterwetboek.

Met deze klacht suggereren wij bij wijze van bestuurlijke maatregelen aan bovenvermelde polders alsook Provincie West-Vlaanderen, de VMM en De Vlaamse Waterweg NV, in de mate dat zij peilregelingsinstallaties of waterlopen exploiteren, te bevelen dat zij ertoe gehouden zijn binnen de zes maand na de tussen te komen bestuurlijke beslissing een behoorlijk onderbouwde en ontvankelijke omgevingsvergunningsaanvraag in te dienen, inbegrepen de daartoe voorafgaandelijk vereiste en behoorlijk onderbouwde en gestaafde project- en planmilieueffectenrapporten, passende beoordelingen, verscherpte natuurtoetsen en noodzakelijk te maken watertoets voor de droogleggingswerkzaamheden welke zich voltrekken in hun volledige ambtsgebied, 

Minstens bovenvermelde polders alsook Provincie West-Vlaanderen, de VMM en De Vlaamse Waterweg NV, in de mate dat zij peilregelingsinstallaties of waterlopen exploiteren, op te leggen dat zij in afwachting van het bekomen van alle nodige vergunningen en machtigingen gehouden zijn hun peilenprotocol en toegepast peilenbeheer met onmiddellijke ingang bij te sturen en dit binnen een termijn van uiterlijk 6 maanden te rekenen vanaf de bestuurlijke beslissing en zulks in samenwerking met een MER deskundige biodiversiteit, de milieuverenigingen, de betrokken natuurverenigingen van het gebied en het Agentschap Natuur en Bos, de bekkenraden en dit in functie van de naleving van art.. 1.2.2 en art. 1.2.3 van het Waterwetboek en van de doelstellingen en leefmilieubepalingen die gelden in de speciale beschermingszones en het VEN/GEN gebied; hen te bevelen daar vervolgens ook consequent naar te handelen en de toepassing van dit beleid jaarlijks onderbouwd te rapporteren in een publiek consulteerbaar plan,

Voorts de miskenning van deze verplichtingen te koppelen aan een bestuurlijke dwangsom.

Indien de Omgevingsinspectie West-Vlaanderen milieumisdrijven vaststelt, nodigt Dryade VZW haar, na het nemen van bestuurlijke maatregelen, uit deze over te maken aan het parket.  

Het maatschappelijk doel van Dryade VZW leest als volgt:

De VZW heeft als belangeloos doel: het bevorderen en aanmoedigen van de verbetering, het herstel, het behoud en de bescherming van het milieu, klimaat, biodiversiteit, natuur, erfgoed, landschap en duurzaamheid; het vereenvoudigen van de toegang tot juridische informatie.” (bijlage 9)

De illegale droogleggingswerken gevoerd door bovenvermelde polders en desgevallend door Provincie West-Vlaanderen, de VMM en De Vlaamse Waterweg NV schaden het maatschappelijk doel van Dryade VZW. Overeenkomstig artikel 16.4.18 DABM lijdt Dryade VZW een rechtstreeks nadeel, heeft ze belang bij de beteugeling van de overtreding en is ze een rechtspersoon in de zin van de wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu.   

Aarzel niet mij te contacteren voor bijkomende inlichtingen.

Met vriendelijke groeten,

Dries Verhaeghe

Bijlagen:

  1. De nota van de VMM dd. 18 maart 2021 “Betekenis en draagwijdte van rubriek 53.10 Indelingslijst bijlage 1 titel II Vlarem”;
  2. Het ministerieel besluit van mevrouw Zuhal Demir 21-33-B/LV dd. 14 juli met betrekking tot de Polder tussen Schelde en Durme;
  3. Jaarstaat 2020 van de Nieuwe Polder van Blankenberge
  4. Kunstwerken – legende;
  5. Antwoorden polders tweede vraag openbaarheid van bestuur dd. 18 juni 2021;
  6. Antwoorden polders eerste vraag openbaarheid van bestuur dd. 18 mei 2021;
  7. Pompstations in Zuidijzerpolder;  
  8. Nota mer-plicht drooglegging polder Schelde Durme (maart 2021)” van Team MER
  9. De oprichtingsakte van Dryade VZW