In mei 2021 richtte Drayde VZW een vraag aan 57 polders en wateringen in het kader van openbaarheid van bestuur. Aan de aangeschreven polders en wateringen werd gevraagd of ze beschikken over omgevingsvergunningen voor het oppompen van water en, zo dit het geval is, of daarbij een milieu-effectenrapport opgemaakt is en of er een passende beoordeling in het kader van de Habitatrichtlijn beschikbaar is.
De aanleiding voor deze vraag was een controle van de Afdeling Handhaving Omgevingsinspectie van het Departement Omgeving in maart 2021 bij de pompgemalen De Zegge. Deze pompgemalen draineren het landbouwgebied van 200 à 300 hectaren rond natuurreservaat De Zegge. De controle kwam op vraag van VZW Aktiegroep Leefmilieu Kempen (VALK).
VALK was van oordeel dat voor de pompactiviteiten een omgevingsvergunning vereist is overeenkomstig rubriek 53.10 van de Indelingslijst, bijlage 1 van Vlarem II. Uit de controle bleek dat de Provincie Antwerpen, die de pompgemalen De Zegge beheert, daar niet over beschikt.
De rubriek 53.10 van de Indelingslijst, bijlage 1 van Vlarem II, werd door de Vlaamse Regering bij besluit van 12 mei 2006 vastgelegd.
De rubriek kreeg de benaming “waterbeheersingsprojecten voor landbouwdoeleinden” mee en omvat:
- irrigatieprojecten van 100 ha en meer;
- droogleggingsprojecten van 50 ha of meer; en
- droogleggingsprojecten van 15 ha of meer, die een aanzienlijke verlaging van de freatische grondwatertafel in een bijzonder beschermd gebied tot gevolg kunnen hebben.
Zowel punten 1, 2 en 3 worden ingedeeld in klasse 1 wat betekent dat er een milieu-effectenrapport (MER) opgemaakt moet worden.
Indien een polder, watering, provincie of de Vlaamse MilieuMaatschappij (VMM) pompwerkzaamheden uitvoert die een gebied van 50 hectare of meer droogleggen, is dus een MER noodzakelijk. Wanneer deze werkzaamheden in een bijzonder beschermd gebied plaatsvinden, is dit vanaf 15 hectare nodig. Een dergelijk bijzonder beschermd gebied is o.a. een speciale beschermingszone, een VEN-gebied, een natuurgebied,…
Als in het drooggelegd gebied of niet ver erbuiten een vogel- of habitatrichtlijngebied ligt, is bovendien een passende beoordeling nodig. Deze beoordeling evalueert of projecten of plannen al dan niet mogelijke significante effecten hebben op beschermde soorten en habitattypes in die gebieden.
De Provincie Antwerpen beloofde zich tegen augustus 2021 in regel te stellen met omgevingsvergunning, MER-plicht en passende beoordeling.
Naar aanleiding hiervan schreef Dryade VZW de 57 polders en wateringen in het kader van openbaarheid van bestuur aan met de vraag of ze dergelijke droogleggingsprojecten uitvoeren en of ze daarvoor de nodige omgevingsvergunningen, milieu-effectenrapporten en – desgevallend – passende beoordelingen hebben. De antwoorden stromen momenteel binnen. Ten aanzien van de polders en wateringen die weigeren te antwoorden, wordt een beroep ingesteld bij de Beroepsinstantie inzake de Openbaarheid van Bestuur.
Aangezien een aantal pompgemalen overgedragen werden aan de provincies en VMM zullen zij in een later stadium ook aangeschreven worden.